Ik krijg veel vragen van instructeurs, en ook van ouders trouwens, over het ontwikkelen van zelfvertrouwen tijdens het leren paardrijden. Hoe zit dat nou precies?

Een boeiende en interessante vraag; want simpel te beantwoorden is het niet. Het klopt dat er een mogelijkheid bestaat dat kinderen zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen door het omgaan en het berijden van een pony. Maar enige nuance is op zijn plaats.

Vanaf het moment dat kinderen worden geboren, komen ze terecht in een wereld van volwassenen die denken te weten wat goed voor ze is. Niet alleen thuis, maar ook bij de kinderopvang, op school en bij de oppas wordt er verwacht dat ze zich aan regels houden die door de volwassenen zijn bepaald. Hoeveel er moet worden gegeten (bord leeg), hoe laat het bedtijd (na Sesamstraat) is en wat ze naar school voor kleren aan moeten (dat leuke nieuwe setje). Het zijn maar een paar voorbeelden van de hiërarchische indeling van de relatie kind-volwassene. Hierop zijn vele variaties mogelijk. Geen gezin, geen kind en geen volwassene is hetzelfde.

Paardrijden is een sport waarbij een kind de mogelijkheid krijgt om nu eens zelf te bepalen wat er gebeurt. In plaats van gestuurd te worden door een volwassene, zitten zij zelf nu letterlijk in het zadel en is er gelegenheid voor eigen inbreng. Dat is voor veel kinderen een prettige gewaarwording want lang niet altijd wordt er naar ze geluisterd of hebben ze invloed op hun eigen leven. Alleen al het wandelen met een pony kan veel betekenis hebben. De rollen zijn als het ware omgedraaid. Kind loopt en pony volgt. En ook als ze er op zitten, is het gevoel dat de pony iets doet wat jij wil, een waardevolle en kan bijdragen aan een goed gevoel over jezelf.

Toch is een goede begeleiding van instructeurs essentieel. Want als er iets duidelijk is dan is het wel dat een kind totaal niets heeft in te brengen op een pony. Er zijn drie belangrijke voorwaarden:
1. Kundige instructeurs.
2. Geschikte pony’s.
3. Positieve omstandigheden.

Als deze drie in orde zijn, dan lijkt het alsof kinderen in controle zijn. Met de nadruk op lijkt, want de werkelijkheid is dat zij zowel fysiek als emotioneel nog lang niet in staat zijn om een honderden kilo’s wegend dier te controleren.
Als één van de genoemde voorwaarden een hapering vertoont, komt het positieve leerproces en daarmee het zelfvertrouwen van kinderen direct onder druk te staan. Zo kan een schrikkerige pony (2) al direct zorgen voor onrust. Kind doet namelijk wel zijn best, maar is niet opgewassen tegen de natuur van het dier. Als de instructeur niet kundig is om dit op te vangen, kan een kind verzanden in een negatief gevoel over zichzelf.

Ook kan het voortdurend benoemen van alles wat nog niet goed gaat door de instructeur (1) een gevoel van falen oproepen bij kinderen. Of juist het tegenovergestelde. Door een overdosis complimentjes kan een kind afhankelijk worden daarvan en leert het niet op eigen kracht te doen.
En wat te denken van de ouders (3). Als die bijvoorbeeld veel verwachten en snel vooruitgang willen zien, kunnen zij (onbedoeld) een negatieve invloed uitoefenen op instructeur, kind en pony.
Kortom, dat zelfvertrouwen ontwikkelen een mogelijkheid is, is helder. Maar of dit in de praktijk ook daadwerkelijk gebeurt, is nog maar de vraag. Want zoals altijd is de kloof tussen theorie en praktijk een venijnige.

 

 

Kinderen leren paardrijden, Zelfvertrouwen, Barbara Wielders

Reactie plaatsen

Reacties

Er zijn geen reacties geplaatst.